Onze voeten hebben zich in de loop der tijd aangepast aan het rechtop gaan en staan van de mens, en zijn daardoor zeer complex wat betreft anatomie en werking. Een kwart van het totaal aantal botten in het menselijk lichaam bevindt zich in de voet.

De voet bestaat uit veertien teenkootjes, vijf middenvoetsbotjes en zeven voetwortelbeentjes (inclusief hielbeen). De onderbeenspieren zorgen ervoor dat de voet kan bewegen. Door de bijzondere opbouw van de voetwortel-beentjes ontstaan twee gewelven. Aan de binnenzijde van de voet het lengtegewelf. Dit bevindt zich tussen de tenen en de hiel. Het tweede gewelf is het dwarsgewelf en bevindt zich ter hoogte van de middenvoets-beentjes, tussen de binnen- en buitenrand van de voet.